Ga met elkaar in gesprek over het volgende:
- Ik word nooit geinformeerd over de kwaliteit van de grond;
- Soms ruiken we iets of zien we iets verdachts en werken we toch door. (al dan niet onder druk van derden)
Niet herkennen van verontreiniging waardoor er blootstelling plaatsvind aan een onbekende stof. Hierdoor kan korte termijn letsel optreden dit zijn bijv. klachten over pijnlijke huid en/of ogen en/of keel. Langere termijn klachten kunnen alleen optreden als er stelselmatig gewerkt wordt in verontreinigde grond.
Bij waterbedrijf Groningen wordt NIET gewerkt in verdachte/verontreinigde grond! Het is belangrijk dat iedereen die het werk uitvoert, bekend is met de risico's. Je moet weten welke maatregelen je moet treffen als de grond verontreinigd is. Voordat je gaat graven in de grond, moet je altijd op de hoogte zijn van de kwaliteit van de grond.
Hoe weet je of de grond waarin je werkt verontreinigd is? Dit kan middels vooronderzoek dat door een werkvoorbereider wordt uitgevoerd. Het vooronderzoek kan bestaan uit:
1: Bestaande bodemonderzoeken (max. 5 jaar)
2: Bodeminformatiekaarten van provincie en gemeente
3: GO-app Quickscan/rapportage (info via afdeling VGWM)
4: Bodemonderzoek laten uitvoeren
Wanneer de bodemkwaliteit niet bekend is, overleg dit met de projectverantwoordelijke.
Wanneer mogen we aan het werk? Deze regelgeving wordt weergegeven in de CROW400. Wanneer er uit onderzoek blijkt dat de uitkomst kleurcodering groen is (basisklasse), dan mag er met gebruik van standaard PBM gestart worden met de (graaf)werkzaamheden. Wanneer er een kleurcodering volgt die oranje, rood of zwart is, dan is er een verontreiniging aanwezig en dient het werk uitgevoerd te worden door een daarvoor gecertificeerde aannemer. De kleurcodering komt overeen met maatregelen volgens de CROW400.
Vanzelfsprekend is 'het vooronderzoek' niet waterdicht en kun je in de praktijk ook verdachte grond aantreffen, bijv. een zogeheten 'spot'. Daarom is het van belang dat monteurs van waterbedrijf Groningen middels toolboxen worden getraind in het herkennen van verdachte grond. Deze toolbox is opgenomen in de studiematrix beheert door de afdeling HR.
Voorbeelden van bodemverontreinigingen zijn:
- asbest (vaak in puin);
- ondergrondse tank;
- vuilstort;
- kleine olieverontreinigingen;
- grondwaterverontreinigingen.
Tref je onverwachte vervuiling aan of denk je dat de grond vervuild is, leg het werk direct stil en zet de werkplek af, meld dit vervolgens aan de projectleider, of leidinggevende en maak altijd een GO-APP MELDING.
De leidinggevende zal middels het calamiteitenhandboek handelen en zodoende een deskundige partij inschakelen om direct in de praktijk luchtmetingen te verrichten. Is er geen onderbreking van van levering of kan de onderbreking van levering blijven duren (max. 24uur), dan dient er een bodemonderzoek te worden uitgevoerd. Bij aantoonbare verontreiniging of ernstige twijfel dient het werk te worden uitgevoerd door een gecertificeerde aannemer.
Als je het vermoeden hebt dat je direct in contact bent gekomen met schadelijke stoffen in de grond, meld dit aan je leidinggevende, ook wanneer er niet direct letsel op is getreden. (Belangrijk: Middels bloed en/of urineonderzoek is NIET aan te tonen of er schadelijke stoffen in het liggen zitten. Hiervoor zou je langdurig in verontreinigde grond moeten hebben gewerkt). In overleg met de leidinggevende kan er een aantekening aan het persoonsdossier worden toegevoegd.
Scan de volgende code met de app om deze toolbox te bekijken.