09 Specifieke werkzaamheden
 >  Putten en sleuven
Discussie > Bespreek het met je collega's!
  • Herken je de risico's uit de praktijk?
  • Herken je de maatregelen? Worden deze ook altijd genomen?
  • Wat kan er beter?
Introductie

Deze toolbox gaat over het werken in,- en rondom sleuven en putten. Na de toolbox weet je wat de risico’s zijn. Je weet ook welke maatregelen je moet nemen om risico’s te voorkomen:

Voordat je start met graven weet je wat de kwaliteit van de grond is. Bij twijfel: Vraag aan je leidinggevende of de grond vervuild is. Hij kan je vertellen of er een bodemonderzoek is uitgevoerd is en wat het resultaat is. De KLIC melding geeft aan of er wel of geen kabels en leidingen in de grond liggen. Als dit bekend is kun je starten met het uitgraven van de put of sleuf. Tijdens graafwerkzaamheden zijn er risico’s. Wat deze risico’s zijn gaan we bespreken.

Er zijn twee mogelijkheden om putten en sleuven te graven:

  • Veilig graven onder een veilig talud
  • Veilig graven met een (sleuf)bekisting (grond kerende constructie)

De keuze van werken hangt af van verschillende omstandigheden en situaties. De keuze wordt bepaald in de voorbereidingsfase op basis van:

  • de omgeving;
  • de samenstelling van de bodem;
  • en de aard van de ontgraving.
Risico's > Wat kan er gebeuren?

Tijdens (graaf-)werkzaamheden rond en in de put/sleuf bestaat het risico dat:

  • het talud inkalft/instort;
  • de bekisting (grond kerende constructie) bezwijkt;
  • je in de put/sleuf valt;
  • je ruimte om in te werken beperkt is;
  • je in contact komt met vallende voorwerpen (materiaal of gereedschap) dat in de sleuf/put valt;

rijdend materieel te dicht langs de sleuf/put rijdt en in de put valt

Je kunt je voorstellen wat er in deze situaties gebeurt. De kans op ernstig of blijvend letsel als gevolg van vallen, beknelling, beklemming, bedelving, of verstikking zijn groot. In het geval van bedelving of verstikking kan de dood tot gevolg zijn.

De belangrijkste oorzaken zijn:

  • Een onveilige taludhelling (instortingsgevaar);
  • De tijdsduur van de ontgraving. Is de tijdsduur lang dan droogt de grond uit en kan het talud instabiel worden (instortingsgevaar);
  • Ophogingen dichtbij de put/sleuf. Dit veroorzaakt hoge druk op de rand van de put/sleuf (instortingsgevaar);
  • Verkeer dat te dicht langs de put/sleuf rijdt en trillingen veroorzaakt (instortingsgevaar);
  • Grondwater dat in of naar de put/sleuf stroomt kan grond wegspoelen en het talud ondermijnen (instortingsgevaar);
  • Aanwezigheid van grondwater in de put/sleuf (instortingsgevaar);
  • Bouwmateriaal (stenen, zand) of gereedschap dat op de rand van de sleuf ligt en in de sleuf kan glijden (vallen van voorwerpen/beknelling);
  • Het ontbreken van een leuningwerk rondom de put/sleuf (valgevaar);
  • Een onveilige toegang tot de sleuf/put;
  • Beperkte vluchtmogelijkheden (in geval van een noodsituatie)
Sleuf afgezet met schildjes
Onveilige werksituatie.
Maatvoering
Maatregelen > Wat moet je doen?

De risico’s kunnen worden voorkomen door maatregelen te treffen:

  • Pas een veilige taludhelling toe;
  • Putten en sleuven dieper dan 1 meter moeten onder een veilig talud worden gegraven;Als dit niet lukt, pas dan een (sleuf)bekisting toe;
  • Breng leuningwerk aan rondom de put/sleuf, om vallen in de put te voorkomen;
  • Maak de toegang tot de sleuf/put zo veilig mogelijk. Maak gebruik van een (houten) trap met leuning. Zorg voor een tweede (vlucht)mogelijkheid om de put/sleuf snel te kunnen verlaten bij een calamiteit/ongeval;
  • Verlaag de grondwaterstand door bijvoorbeeld bronbemaling toe te passen;
  • Verkort de tijdsduur van de ontgraving;
  • Voorkom dat je alleen werkt; twee paar ogen zien meer dan één;
  • Waarschuw (bouw)verkeer door rood/wit gekleurde pionnen, schildjes of waarschuwingslint langs de put/sleuf te plaatsen;
  • Plaats materialen en gereedschap op voldoende afstand van de rand van de put/sleuf; (minimaal 1 meter van de rand);
  • Controleer dagelijks en na slechte weersomstandigheden de taluds en bekisting;

Veilige ruimte

Bouwverkeer

Houd bouwverkeer (graafmachines e.d.) op voldoende afstand. Hierdoor bestaat er geen gevaar dat het talud instorten of inkalft. Hieronder zijn de regels waar je rekening mee moet houden:

Bij een ontgravingsdiepte, minder dan 1,00 meter, moet de afstand minimaal 0,5 meter zijn.

Bij een ontgravingsdiepte vanaf 1,00 meter tot 2,00 meter moet de afstand tot het talud:

  • minimaal 1,00 meter zijn, als de banden of de rupsen loodrecht op de ontgraving staan
  • minimaal 1,50 meter zijn, als de banden of de rupsen parallel aan de ontgraving staan.

Wegverkeer

Voor de medewerkers moet er naast de werkruimte aan zowel de zijde van het verkeer als aan de zijde van de ontgraving (0,60 meter) vrije ruimte zijn, in totaal moet er dus 1,20 meter vrije ruimte worden aangehouden.


Scan de volgende code met de app om deze toolbox te bekijken.